"We Are Brothers" (a best man's speech) - A Hundred Merry Tales

Is het jou of jouw broer?

Gevraagd door: prof. Jake Badal MA  |  Laatste update: 28 februari 2024
Score: 4.9/5 (2 stemmen)

Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.

Is het jou of jouw familie?

Wanneer je verwijst naar een bezit (bezittelijk voornaamwoord), gebruik je 'jouw'. Wanneer je verwijst naar een persoon (persoonlijk voornaamwoord), gebruik je 'jou'.

Hoe weet je of het jou of jouw is?

'Jouw' (4 letters, wel een w) is een bezittelijk voornaamwoord en verwijst dus naar bezit: 'ik heb jouw fiets geleend'. 'Jou' (3 letters, geen w) is een persoonlijk voornaamwoord en verwijst naar een persoon: 'Ik heb jou zien fietsen'.

Is het jou of jouw moeder?

Jouw = 'van jou'

Jouw duidt altijd bezit aan, bijvoorbeeld: Ik heb het jouw moeder als eerste gevraagd. (de moeder van jou)

Is het jou of jouw oma?

De woorden 𝙟𝙤𝙪 en 𝙟𝙤𝙪𝙬 worden vaak verkeerd gebruikt. Ik geef je graag een korte uitleg zodat je voortaan weet of het jou of jouw schoenen zijn. 𝗝𝗼𝘂𝘄 𝗼𝗺𝗮 𝗶𝘀 𝗱𝗲 𝗹𝗶𝗲𝗳𝘀𝘁𝗲 / 𝗗𝗮𝘁 𝘀𝗵𝗶𝗿𝘁 𝗶𝘀 𝘃𝗮𝗻 𝗷𝗼𝘂 Je gebruikt jouw om bezit aan te duiden. Zo simpel is het inderdaad.

24 gerelateerde vragen gevonden

Is het jou of jouw ouders?

More videos on YouTube

Het woord jou gebruik je dus om te verwijzen naar een persoon. Bijvoorbeeld: 'Ik heb jou gisteren opgehaald' of 'Mijn moeder zag jou door de stad lopen'. Het woord 'jouw' wordt dus gebruikt om bezit aan te duiden.

Is het jou of jouw weekend?

Als je het door “zijn” kunt vervangen, is het jouw (bezittelijk voornaamwoord). Als je het door “hem” kunt vervangen, is het jou (persoonlijk voornaamwoord). In dit geval kun je wel zeggen “bij hem thuis”, maar niet “bij zijn thuis”, dus moet het “jou” zijn.

Is het jouw hond of jou hond?

Jouw – mét een W – schrijven we alleen zo als het woord zelf meteen ook het bezit aangeeft. Andere bezittelijke voornaamwoorden zijn: mijn, uw, zijn, haar, ons/onze, jullie en hun. Ook bij het woord jou – zonder de W – kan er sprake zijn van bezit: De hond van jou is daar een goed voorbeeld van.

Is het jou of jouw huis?

Helaas een taalfout in opkomst: jou huis, jou e-mail, jou baan. Ja, het klopt dat bezittelijke voornaamwoorden zo kunnen klinken als je ze snel (of slordig) uitspreekt. Maar nee, het woord 'jou' gebruik je nooit wanneer het om een bezit gaat. Dan hoort er een w achter jou: jouw.

Is het jouw of jou zus?

Jouw is een bezittelijk voornaamwoord. Jouw kan worden vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door mijn of zijn. Wat is jouw naam?, zoals Wat is mijn naam? Dat is jouw boek, jouw zaak, jouw zus, zoals Dat is zijn boek, zijn zaak, zijn zus.

Is het jou of jouw vader?

Ezelsbruggetje: jouw of jou

Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.

Wat is jou of jouw naam?

De correcte spelling is jouw naam. De spelling jou naam* is niet correct. In de combinatie jouw naam kunt u jouw vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld mijn, zijn of uw.

Is het wij wensen jou of jouw?

'Ik wens jouw een mooi 2018' is geen juiste zin. Jouw is een bezittelijk voornaamwoord, dat past in een zin als 'Hopelijk wordt 2018 jouw jaar. ' Wie twijfelt tussen jou en jouw, kan het woord u of uw invullen: 'Hopelijk wordt 2018 uw jaar' is wel een goede zin, 'Ik wens uw een mooi 2018' niet.

Kan ik jou of jouw?

De juiste spelling is: Ik heb jou jouw auto zien parkeren. Jou is een persoonlijk voornaamwoord, jouw is een bezittelijk voornaamwoord.

Is het jou of jij?

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten).

Is het vind jouw Of vindt jouw?

De correcte vervoeging is je/jij vindt.

Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is.

Is het jou of je verjaardag?

Je zult niet zo snel per ongeluk zeggen: is het u verjaardag vandaag? Daar hóór je dat het 'uw' moet zijn. Zo kun je er gemakkelijk achter komen dat het in dat geval 'jouw' moet zijn. Het is uw verjaardag (met een w), dus het is ook jouw verjaardag (met een w).

Is dit jouw jas of iemand anders jas?

'Is dit jouw jas of iemand anders jas? ' Is dit goed gespeld? ! Nee, er ontbreekt een apostrof: iemand anders' jas is juist.

Is het u of uw moeder?

Je schrijft een 'w' als je 'u' combineert met een substantief. Het substantief staat direct achter 'uw'. Je schrijft dus een 'w' als je 'u' possessief gebruikt. Uw koffie staat klaar.

Hoe zeg je in hondentaal Ik hou van jou?

Als een hond je lang, aanhoudend oogcontact geeft, is dat een manier om te zeggen: 'Ik hou van je'. Door dit terug te doen bij de hond, zeg je dit dus terug.

Waarom likt je hond jou?

De voornaamste reden dat honden likken is plezier. Je hond heeft het naar zijn zin of ontmoet nieuwe mensen die met hem willen spelen. Wanneer een hond je gezicht, handen of voeten likt bij thuiskomt, is het erg waarschijnlijk dat hij blij is dat je thuis bent. “Welkom thuis en geef mij aandacht!”.

Hoe kan je sorry zeggen tegen je hond?

Geef hem geen aandacht, zeg niets tegen hem, kijk hem zelfs niet aan tot hij stopt met het gedrag. Als je het gedrag negeert, zal het stoppen (maar het kan wel eerst erger worden), want je hond krijgt er niet mee wat hij wil, namelijk jouw aandacht. Zodra het gedrag stopt, moet je heel snel belonen.

Wat is jouw mening?

Jouw mening: wat is dat? Jouw mening is jouw oordeel over een situatie. Je zou ook kunnen zeggen: het is jouw idee, gedachte, inzicht of zienswijze over een bepaalde situatie. Jouw mening is jouw opinie, standpunt of opvatting over iets.

Is het wat of dat?

Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord. Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'.