JOU of JOUW: WAT IS HET VERSCHIL?

Is het jou of jouw moeder?

Gevraagd door: ds. Stan Galenzone  |  Laatste update: 18 november 2023
Score: 4.7/5 (20 stemmen)

Jouw = 'van jou' Jouw duidt altijd bezit aan, bijvoorbeeld: Ik heb het jouw moeder als eerste gevraagd. (de moeder van jou)

Is het jouw moeder of je moeder?

Als bezittelijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud kan zowel de volle vorm jouw als de gereduceerde vorm je gebruikt worden. Jouw is nadrukkelijker dan je. Als er geen speciale nadruk nodig is, wordt in de praktijk vaker voor je dan voor jouw gekozen.

Hoe weet je of het jou of jouw is?

Als ik jou was, zou ik jouw moeder om raad vragen. De eerste “jou” is een persoonlijk naamwoord (je kunt het vervangen door “hem”), dus voeg je geen w toe. De tweede “jouw” is een bezittelijk voornaamwoord (je kunt het vervangen door “zijn”), dus voeg je een w toe.

Is het jou of jouw ouders?

More videos on YouTube

Het woord jou gebruik je dus om te verwijzen naar een persoon. Bijvoorbeeld: 'Ik heb jou gisteren opgehaald' of 'Mijn moeder zag jou door de stad lopen'. Het woord 'jouw' wordt dus gebruikt om bezit aan te duiden.

Is het jou of jouw familie?

Wanneer je verwijst naar een bezit (bezittelijk voornaamwoord), gebruik je 'jouw'. Wanneer je verwijst naar een persoon (persoonlijk voornaamwoord), gebruik je 'jou'.

30 gerelateerde vragen gevonden

Is het jou of jouw vrienden?

'Jouw' (4 letters, wel een w) is een bezittelijk voornaamwoord en verwijst dus naar bezit: 'ik heb jouw fiets geleend'. 'Jou' (3 letters, geen w) is een persoonlijk voornaamwoord en verwijst naar een persoon: 'Ik heb jou zien fietsen'. Dat kan je toch wel onthouden?

Is het jou of jouw oma?

De woorden 𝙟𝙤𝙪 en 𝙟𝙤𝙪𝙬 worden vaak verkeerd gebruikt. Ik geef je graag een korte uitleg zodat je voortaan weet of het jou of jouw schoenen zijn. 𝗝𝗼𝘂𝘄 𝗼𝗺𝗮 𝗶𝘀 𝗱𝗲 𝗹𝗶𝗲𝗳𝘀𝘁𝗲 / 𝗗𝗮𝘁 𝘀𝗵𝗶𝗿𝘁 𝗶𝘀 𝘃𝗮𝗻 𝗷𝗼𝘂 Je gebruikt jouw om bezit aan te duiden. Zo simpel is het inderdaad.

Is het jou of jouw huis?

Helaas een taalfout in opkomst: jou huis, jou e-mail, jou baan. Ja, het klopt dat bezittelijke voornaamwoorden zo kunnen klinken als je ze snel (of slordig) uitspreekt. Maar nee, het woord 'jou' gebruik je nooit wanneer het om een bezit gaat. Dan hoort er een w achter jou: jouw.

Is het jou of jouw dag?

Jouw dag is correct. In dit geval wordt “jouw” gevolgd door een zelfstandig naamwoord en er is sprake van een bezitsrelatie.

Is het jouw of jou thuis?

De correcte vorm is bij jou thuis.

Op dezelfde manier zeggen we ook bij mij thuis, bij hem thuis of bij Lisa thuis. Thuis kan in deze constructies worden weggelaten zonder dat er aan de betekenis iets fundamenteels verandert.

Is het jou of jouw boek?

Jouw is een bezittelijk voornaamwoord. Jouw kan worden vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door mijn of zijn. Wat is jouw naam?, zoals Wat is mijn naam? Dat is jouw boek, jouw zaak, jouw zus, zoals Dat is zijn boek, zijn zaak, zijn zus.

Is het wij wensen jou of jouw?

'Ik wens jouw een mooi 2018' is geen juiste zin. Jouw is een bezittelijk voornaamwoord, dat past in een zin als 'Hopelijk wordt 2018 jouw jaar. ' Wie twijfelt tussen jou en jouw, kan het woord u of uw invullen: 'Hopelijk wordt 2018 uw jaar' is wel een goede zin, 'Ik wens uw een mooi 2018' niet.

Wat is jou of jouw naam?

De correcte spelling is jouw naam. De spelling jou naam* is niet correct. In de combinatie jouw naam kunt u jouw vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld mijn, zijn of uw.

Is het Ik ben ouder dan jou of jij?

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.

Kan je jouw zeggen?

'Jou' is namelijk een persoonlijk voornaamwoord. Het verwijst naar iets, een persoon in dit geval. Zo kun je dus zeggen: “Ik vind jou een lekker ding”. Maar wil je iets zeggen over een bezit, gebruik je 'jouw'.

Is het jou doen of jouw doen?

De juiste spelling is: Ik heb jou jouw auto zien parkeren. Jou is een persoonlijk voornaamwoord, jouw is een bezittelijk voornaamwoord.

Is het jou of je verjaardag?

Je zult niet zo snel per ongeluk zeggen: is het u verjaardag vandaag? Daar hóór je dat het 'uw' moet zijn. Zo kun je er gemakkelijk achter komen dat het in dat geval 'jouw' moet zijn. Het is uw verjaardag (met een w), dus het is ook jouw verjaardag (met een w).

Is het vind jouw Of vindt jouw?

De correcte vervoeging is je/jij vindt.

Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is.

Is het jou of jij?

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten).

Is dit jouw jas of iemand anders jas?

'Is dit jouw jas of iemand anders jas? ' Is dit goed gespeld? ! Nee, er ontbreekt een apostrof: iemand anders' jas is juist.

Wat is jouw mening?

Jouw mening: wat is dat? Jouw mening is jouw oordeel over een situatie. Je zou ook kunnen zeggen: het is jouw idee, gedachte, inzicht of zienswijze over een bepaalde situatie. Jouw mening is jouw opinie, standpunt of opvatting over iets.

Is die fiets van jouw?

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD = een woord dat aangeeft wie de eigenaar is van hetgeen erachter staat. Bijvoorbeeld: mijn tas, jouw fiets, zijn huis, haar jas, ons vee, onze kast, jullie straat, hun school. PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD = een woord waarmee een persoon bedoeld wordt.

Is dit jouw oma?

Het boek 'Is dat jouw oma?' geschreven door Jannet Vermeulen-Stulen, volgt het leven van deze fitte, hardlopende en gepensioneerde oma. Een boek over haar leven, haar afkomst, haar avonturen en haar zoektocht naar nieuw geluk als prille pensionado.

Is het wat of dat?

Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord. Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'.

Is het een bezittelijk voornaamwoord?

Naar een onzijdig zelfstandig naamwoord wordt altijd verwezen met het bezittelijk voornaamwoord 'zijn'. Het gaat hier namelijk om 'het'-woorden.

Vorige artikel
Waarom zijn kinderen onrustig?