"Hoe oud denk je dat ik ben?" | Komt een man bij de dokter 2016

Is het ouder dan jou of jij?

Gevraagd door: dr. Lizz van Laarhoven  |  Laatste update: 1 december 2023
Score: 5/5 (37 stemmen)

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.

Is het dan jij of dan ik?

Bijvoorbeeld: Jij bent jonger dan ik (ben), en niet Jij bent jonger dan mij* (ben). Jij bent jonger dan ik. Hij is minder introvert dan ik.

Is het dan jou of dan mij?

Er zijn natuurlijk ook mensen die zeggen 'Jij vindt hem beter dan mij' als ze bedoelen '… dan ik ben', maar dat wordt nog als een taalfout aangemerkt. Als je bedoelt '… dan jij mij vindt' is 'mij' de enige juiste vorm.

Is het jouw of jij?

More videos on YouTube

Het woord jou gebruik je dus om te verwijzen naar een persoon. Bijvoorbeeld: 'Ik heb jou gisteren opgehaald' of 'Mijn moeder zag jou door de stad lopen'. Het woord 'jouw' wordt dus gebruikt om bezit aan te duiden. Een voorbeeld hiervan is: 'Is dat jouw tas?

Is het jou of je?

Jou is de voorwerpsvorm.

Die vorm wordt bijvoorbeeld gebruikt als het voornaamwoord de functie van lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervult of na een voorzetsel staat. Beide voornaamwoorden kunnen in onbeklemtoonde positie vervangen worden door de gereduceerde vorm je.

34 gerelateerde vragen gevonden

Is het jij of je?

Wanneer gebruik je je en wanneer jij? Jij is goed als er nadruk op ligt: 'Niet ik, maar jij zou het doen! ' Je is het minder nadrukkelijke alternatief: 'Het lukt wel, maar je mag altijd helpen. ' Je kan ook 'men', 'jou' of 'jouw' betekenen.

Hoe gaat het met jij of jou?

Hoe gaat het met jou is correct. In dit geval is er geen sprake van een bezitsrelatie en “jou” wordt niet gevolgd door een zelfstandig naamwoord, dus de vorm zonder w is correct. Jou is hier een persoonlijk voornaamwoord.

Is het jou of jouw moeder?

Jouw = 'van jou'

Jouw duidt altijd bezit aan, bijvoorbeeld: Ik heb het jouw moeder als eerste gevraagd. (de moeder van jou)

Is het jou of jouw kind?

Ezelsbruggetje: jouw of jou

Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.

Is het jou of jouw zoon?

Jouw is een bezittelijk voornaamwoord dat altijd wordt gebruikt om aan te geven dat iets van iemand is. Jou is een persoonlijk voornaamwoord dat meestal geen bezitsrelatie uitdrukt. Het kan bijvoorbeeld een meewerkend of lijdend voorwerp zijn en wordt ook vaak gebruikt na een voorzetsel.

Is het meer dan jou of jij?

In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, groter) + dan de vorm jij te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist.

Is het beter als jij of beter dan jij?

“Beter” laat een ongelijkheid zien, want het is een vergrotende trap. Daarom is het “beter dan”.

Is jij met dt?

Als 'je' vervangen kan worden door 'jij', is 'je' het onderwerp. Als in zo'n geval 'je' achter het werkwoord staat, komt er geen t achter de ik-vorm: Wat vind je van deze muziek? (je = jij) Wat houd je daar in je handen? (je = jij)

Is het ouder dan of ouder als?

Dan en als worden vaak door elkaar gebruikt. Maar ze hebben een verschillende betekenis. Dan gebruik je om een verschil aan te geven, als gebruik je in een vergelijking met 'zo' of 'even': Grietje is even blond als Hans, maar Hans is langer dan Grietje.

Is het vindt jij of vind jij?

De correcte vervoeging is je/jij vindt.

Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is.

Hoe gebruik jij?

Jij is goed als er nadruk op ligt: 'Niet ik, maar jij zou het doen! ' Je is het minder nadrukkelijke alternatief: 'Het lukt wel, maar je mag altijd helpen. ' Je kan ook 'men', 'jou' of 'jouw' betekenen. Je en jij kunnen als onderwerpsvorm meestal door elkaar heen gebruikt worden.

Wat is het jij of jou?

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten).

Is het jou of jouw weekend?

Als je het door “zijn” kunt vervangen, is het jouw (bezittelijk voornaamwoord). Als je het door “hem” kunt vervangen, is het jou (persoonlijk voornaamwoord). In dit geval kun je wel zeggen “bij hem thuis”, maar niet “bij zijn thuis”, dus moet het “jou” zijn.

Is het jou of je verjaardag?

Je zult niet zo snel per ongeluk zeggen: is het u verjaardag vandaag? Daar hóór je dat het 'uw' moet zijn. Zo kun je er gemakkelijk achter komen dat het in dat geval 'jouw' moet zijn. Het is uw verjaardag (met een w), dus het is ook jouw verjaardag (met een w).

Is het jouw hond of jou hond?

Jouw – mét een W – schrijven we alleen zo als het woord zelf meteen ook het bezit aangeeft. Andere bezittelijke voornaamwoorden zijn: mijn, uw, zijn, haar, ons/onze, jullie en hun. Ook bij het woord jou – zonder de W – kan er sprake zijn van bezit: De hond van jou is daar een goed voorbeeld van.

Is het jou of jouw vader?

Ezelsbruggetje: jouw of jou

Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.

Is het jou of jouw gezondheid?

Ezelsbruggetje: hem of zijn

Vervang dat woord dan door hem of door zijn. Past het woord hem, dan moet het jou zijn. Past het woord zijn, dan wordt het jouw.

Is het jou of jouw Nederlands?

Ezelsbruggetje: jouw of jou

Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.

Hoe is jouw dag of hoe is jou dag?

Als je het door “zijn” kunt vervangen, is het jouw (bezittelijk voornaamwoord). Als je het door “hem” kunt vervangen, is het jou (persoonlijk voornaamwoord). In dit geval kun je wel zeggen “bij hem thuis”, maar niet “bij zijn thuis”, dus moet het “jou” zijn.

Is het jou of jouw feestje?

Nogmaals: jou is een persoonlijk voornaamwoord, jouw is een bezittelijk voornaamwoord. Als jullie op het feest komen, staat de jarige al drankjes uit te delen aan de bar. Je geeft haar jullie cadeautje en ze zegt: Dat is echt lief van jou!

Volgende artikel
Hoe kun je Ontprikkelen?