Django Wagner - Als Jij Kon Voelen

Is het dan jij of als jou?

Gevraagd door: ir. Fatima van Allemanië  |  Laatste update: 19 november 2023
Score: 4.6/5 (65 stemmen)

Na een gelijkheid (stellende trap) schrijf je als. Na een ongelijkheid (vergrotende trap) schrijf je dan.

Is het dan jou of dan jij?

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.

Is het dan jij of als jij?

De stellende trap krijgt altijd als. De vergrotende trap krijgt altijd dan. Piet is beter dan Jan.

Wat is het als jij of als jou?

'We kunnen iemand als jij goed gebruiken' geldt als de juiste vorm. In iemand als jij, een man zoals hij, een minister als zij, mensen als wij, mensen zoals jij en ik, enz. is volgens de taalnorm telkens alleen de onderwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord juist.

Is het beter als jij of beter dan jij?

“Beter” laat een ongelijkheid zien, want het is een vergrotende trap. Daarom is het “beter dan”.

19 gerelateerde vragen gevonden

Is het warmer dan of warmer als?

Het eerste woord vandaag kan worden samengetrokken (weggelaten), maar de formulering kan niet nog korter worden gemaakt door als weg te laten. Bij even warm hoort als; dan past alleen bij warmer. Ook onjuist is 'Morgen wordt het even warm of warmer als vandaag. ' Als past immers niet bij warmer.

Is het dan gisteren of als gisteren?

Dan komt na een vergrotende trap en na anders en ander(e): groter dan, kleiner dan, anders dan. Als komt na vergelijkingen met zo en even: zo groot als, even klein als.

Is het langer dan jij of als jij?

De correcte vorm is langer dan. Het gaat hier om een vergelijking met een vergrotende trap (langer), waardoor je “dan” moet gebruiken.

Is het dan of als?

Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde. De combinaties met dan drukken een ongelijkheid uit, die met als een gelijkheid. Dan wordt ook gebruikt na niets en niemand als het woord anders er niet achter staat, maar er wel bij gedacht kan worden.

Is het jou en mij of jij en ik?

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten).

Hoe gebruik jij?

Jij is goed als er nadruk op ligt: 'Niet ik, maar jij zou het doen! ' Je is het minder nadrukkelijke alternatief: 'Het lukt wel, maar je mag altijd helpen. ' Je kan ook 'men', 'jou' of 'jouw' betekenen. Je en jij kunnen als onderwerpsvorm meestal door elkaar heen gebruikt worden.

Is het jouw of jij?

Je kunt controleren of je jou of jouw moet gebruiken met een ezelsbruggetje. Als je het door “zijn” kunt vervangen, is het jouw (bezittelijk voornaamwoord). Als je het door “hem” kunt vervangen, is het jou (persoonlijk voornaamwoord).

Is jij met dt?

Als 'je' vervangen kan worden door 'jij', is 'je' het onderwerp. Als in zo'n geval 'je' achter het werkwoord staat, komt er geen t achter de ik-vorm: Wat vind je van deze muziek? (je = jij) Wat houd je daar in je handen? (je = jij)

Is het die van jou of die van jij?

In van jou komt er geen w achter jou. De bezitsrelatie wordt hier uitgedrukt door het voorzetsel van. Alleen als jouw in z'n eentje bezit aanduidt, is de w juist. Dus: 'Het boek is echt van jou' is goed naast 'Dat is echt jouw boek' en bijvoorbeeld 'Het boek is echt van jouw zus' ('van de zus van jou').

Is het Hou jij of houdt jij?

Hou je aan de snelheidslimiet is wat informeler taalgebruik, meer spreektaal. Maar hou of houd is dus allebei goed. In de spreektaal laten we de slotmedeklinker vaak weg. 'Ik hou van jou' klinkt toch ook beter dan 'Ik houd van jou'.

Hoe gaat het met jij of jou?

Hoe gaat het met jou is correct. In dit geval is er geen sprake van een bezitsrelatie en “jou” wordt niet gevolgd door een zelfstandig naamwoord, dus de vorm zonder w is correct. Jou is hier een persoonlijk voornaamwoord.

Hoe gebruik je het woord als?

Het woord 'als' gebruik je als je een vergelijking wil maken tussen twee zaken die een overeenkomst hebben. Meestal gebruik je in dit soort zinnen de woorden 'even', 'zo' of 'hetzelfde/dezelfde'. We eten vandaag hetzelfde als gisteren. Ze is even oud als mijn zoontje.

Is het jonger dan ik of jonger dan mij?

Bijvoorbeeld: Jij bent jonger dan ik (ben), en niet Jij bent jonger dan mij* (ben). Jij bent jonger dan ik. Hij is minder introvert dan ik. Soufiane heeft meer likes gekregen dan ik.

Is het liever dan of liever als?

Toelichting. Volgens de traditionele regels komt er na een vergrotende trap en na ander(e) en anders, dan: groter dan, liever dan, interessanter dan, moeilijker dan, iets anders dan enzovoort.

Kan jij dan ook of kun jij dan ook?

Het is allebei goed. Je kunt is ouder en daardoor voor sommige mensen beter. Je kan is voor anderen juist weer wat moderner en aansprekender. Vaak krijgt 'Je kunt je nu inschrijven' in Nederland de voorkeur.

Is het jij wilt of jij wil?

Je wilt en je wil zijn allebei correct.

In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd.

Waar wordt jij of waar word jij?

De correcte vervoeging is je/jij wordt.

Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).

Is het ouder dan of ouder als?

Dan en als worden vaak door elkaar gebruikt. Maar ze hebben een verschillende betekenis. Dan gebruik je om een verschil aan te geven, als gebruik je in een vergelijking met 'zo' of 'even': Grietje is even blond als Hans, maar Hans is langer dan Grietje.

Is het dan haar of zij?

Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is zij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is haar correct.

Is het u of uw moeder?

Je schrijft een 'w' als je 'u' combineert met een substantief. Het substantief staat direct achter 'uw'. Je schrijft dus een 'w' als je 'u' possessief gebruikt. Uw koffie staat klaar.